De werken uit mijn beginperiode hebben geen titel.
Het vormonderzoek vond volledig in de beeldtaal plaats, ik zocht geen woorden maar juist de zeggingskracht van het materiaal en de vorm.
Specifiek onderzocht ik de evocatieve mogelijkheden van vergankelijke en ‘waardeloze’ materialen. Hierin heeft dit werk zijn relatie met de Arte Povera, een kunststroming uit Italië vanaf de jaren 60.