Met Incarnaat (latijn carnis, vlees en uit de bijbel et incarnatus est, vleesgeworden) wordt in de middeleeuwse schilderkunst het weergeven van de huidskleur van de mens aangeduid. De moeilijkheidsgraad van de stofuitdrukking van de menselijke huid werd apart vernoemd vanwege de rijke schakering van kleuren die nodig waren in de realistische weergave van de huid. Een zekere mate van doorschijnendheid en de suggestie van levend materiaal t.o.v. hout, textiel of steen vormde hier de uitdaging.
In dit werk verwijs ik hiernaar vanwege de nijging die wij als mensen hebben om alles vanuit onze eigen lichamelijke verschijningsvorm te beoordelen: ons gevoel voor verhoudingen, evenwicht, contrast en spanning ontlenen we hieraan. De spanning in een voorover leunende abstracte vorm ervaren we lijfelijk, kleur ervaren we lijfelijk, maar ook het gevoel van symmetrie.