In de abstracte beeldtaal maakt de betekenis van de toegepaste beeldmiddelen zich los van de betekenis van een voorstelling. Er is geen noodzaak meer voor een benoembaar uitgangspunt.
Ieder werk is een werkelijkheid op zichzelf en staat los van de zichtbare realiteit. De aspecten waar het kunstwerk uit opgebouwd is roepen de associaties op die leiden tot een individuele betekenis.