Voorwaarde voor kunst is dat er als het ware een mentale ruimte ontstaat tussen vorm en betekenis.
De kunstenaar creëert deze mentale ruimte en vindt hierin zijn primaire uitdaging.
Dit komt voort uit zijn fascinatie voor de oneindige mogelijkheden waarin hij materiaal en vorm kan manipuleren tot associatieve composities.
Hij creëert een herordening van de realiteit waarin hij zoekt naar beelden die de kwaliteit hebben om meerdere lagen van interpretatie bij de kijker op te roepen.
Hiermee beoogt hij de kijker uit zijn dagelijkse routine van oordelen te halen en aan te zetten tot het loslaten van ingesleten denk- en kijkpatronen.
In deze mentale ruimte ontstaat de evocatieve kracht van het werk. Hierbij gaat het om het vermogen inzichten en associaties op te roepen die de kijker zinvolle vragen laat stellen aan zichzelf over zijn eigen waarneming en overtuigingen.
Kunst leert ons kijken naar onszelf en ons beeld van de wereld.