Blog en actualiteit

Ik creëer de brug, niet de overkant’.

'Ik creëer de brug, niet de overkant'. Beeldende kunst gaat over de autonome zeggingskracht van objecten. Over het vermogen van deze objecten ( in de ruimste zin van het woord) om beelden op te roepen die verder reiken dan de uiterlijke verschijningsvorm van het object. 'Er is meer dan je ziet'. De beeldend kunstenaar onderzoekt de mogelijkheden om een suggestieve werking te creëren die bij de kijker tot nieuwe inzichten kan leiden. Decoratieve esthetiek is hierbij ondergeschikt aan de zeggingskracht. De individuele kijker zélf gaat over de betekenis die ontstaat. Deze wordt niet eenduidig aangereikt. Als beeldend kunstenaar ben ik dus op de eerste plaats 'beeldenmaker', niet filosoof, klimaatactivist, wereldverbeteraar, psycholoog, socioloog of bioloog. Ik werk primair met het aanschouwelijke. Het beeld dat ik creëer roept vanuit de kracht van de zichtbare elementen zelfstandig de inhoudelijke spanning op, onafhankelijk van een eventueel rationeel uitgangspunt dat in z'n dominantie het werk zou degraderen tot een illustratie van de uitleg: de kunstenaar als wereldverbeteraar of filosoof maakt een aan zijn betoog ondergeschikte illustratie, in plaats van een autonoom kunstwerk. Een overheersende, aan het werk ten grondslag liggende rationele opvatting leidt tot demystificatie van de beeldtaal. Als beeldend kunstenaar reik ik beelden aan die het vermogen hebben om vanuit hun evocatieve kwaliteit de kijker zelf aan te zetten tot vragen stellen, filosoferen en analyseren om zo te komen tot nieuwe inzichten en perspectieven. In mijn werk begint daarom alles bij mijn fascinatie voor de zeggingskracht van materialen en vormen. De uitdaging zit in de mogelijkheden om een ogenschijnlijk onbeduidende vorm of materiaal te transformeren tot een object dat het vermogen heeft onverwachte gedachten op te roepen en de kijker aan te zetten tot nieuwe associaties. Deze evocatieve kracht is de basis van mijn materiaal- en vormonderzoek. Aanleiding is steeds de honger naar nieuwe verbeeldingen van onze doorgaans behoudende en utilitaire dagelijkse werkelijkheid. Ik zoek een andere context, verrassende samenhangen, nieuwe beschouwingen. Ik onderzoek de vertrouwde dingen in een nieuwe dimensie. De uitdaging bij het werken met materialen en vormen zit voor mij in de invloed van het onverwachte en ongebruikelijke. Door steeds het vertrouwde in twijfel te trekken worden we uitgedaagd na te denken over de waarheid van onze overtuigingen. Door steeds nieuwe perspectieven in mijn werk aan te nemen dwing ik mezelf na te denken over mijn eigen standpunten. Ik analyseer mogelijkheden en onmogelijkheden, overweeg de schijnbare onmogelijkheden in hun zeggingskracht, beproef onverwachte verbanden. Er ontstaat als het ware een mentale ruimte tussen het beeld en z'n betekenis. Als kunstenaar creëer ik deze mentale ruimte en vind hierin mijn primaire uitdaging. In deze ruimte ontstaat de evocatieve kracht van het werk. Een kunstwerk ontstaat, meer dan dat het gemaakt wordt. Het is nooit een product, de kunstenaar nooit een ondernemer. In mijn atelier creëer ik daarom een werkomgeving waarin toeval de ruimte krijgt en onvoorspelbare handelingen invloed kunnen hebben op het werk. In het toelaten van onvoorspelbare factoren in dit gecreëerde toeval leidt een proces wat begon vanuit een cartesiaanse twijfel en ongedefinieerde doelen tot nieuw perspectief en hervonden evenwicht. Wat je ziet is een brug naar andere perspectieven. Deze brug leidt naar nieuw terrein, onontgonnen gebied in onze verbeelding. Des te meer spanning er in de brug zit, des te meer er sprake is van kunst. Ruud Simons, juli 2023.  

Verder lezen

Nieuwe expositie ‘About the human face and beyond’

Momenteel is er veel aandacht in de media voor de ziekte dementie. Om die reden toon ik eerder dan gepland de serie werken die ik rondom het thema dementie maakte naar aanleiding van persoonlijke ervaringen hiermee. De werken uit de drie series die ik op deze expositie toon overlappen elkaar in hun beeldende beleving en geven daardoor gelegenheid voor een ruimere interpretatie van deze thematiek en ruimte voor persoonlijke ervaringen van de individuele kijker. Alhoewel ik doorgaans in de abstracte beeldtaal werk vanuit universele thematiek, verdiep ik me bij tussenpozen in de figuratieve verbeelding van specifieke onderwerpen, waaronder dementie. In series tekeningen, schilderijen en beelden verken ik in deze thema’s het spanningsveld tussen materiaalhantering en figuratieve herkenbaarheid. Vanuit de zeggingskracht van diverse materialen onderzoek ik de mogelijkheden van de uiterlijke weergave van een innerlijke emotie van onrust, angst, verwarring en machteloosheid. Ik zoek naar een beeldende uitdrukking van de staat waarin een mens verkeert als hij geleidelijk de regie over z’n eigen leven verliest. In de verbeelding hiervan ligt de volledige aandacht in de werken op de expressie van het gezicht. In mijn observatie zag ik hoe een dementerende het kleine beetje weerstand dat overblijft concentreert in het hoofd. Als laatste terrein om zich te verzetten trekt de dementerende zich hier terug.  De werken verbeelden de spanning die achter de ogen voelbaar is, maar niet meer uitgesproken wordt. De expositie is te bezichtigen op 19 en 20 november, 26 en 27 november, 10 en 11 december en op tweede kerstdag 26 december. Openingstijden zijn van 14 tot 17 uur. Ook op afspraak mogelijk. 06-25516215

Verder lezen

Het wat, hoe en waarom van kunst, deel 6.

In het kort. Kort samengevat, waar decoratieve, functionele en illustratieve vormgeving een bevestigende rol aannemen in hun vormgeving, rekt kunst de realiteit op tot een soort experiment met de associatieve mogelijkheden van materiaal, vorm, kleur en ruimte. De kunstenaar hervormt de realiteit tot een nieuwe wereld die, anders dan de dagelijkse utilitaire wereld, op een divergente en evocatieve manier vragen oproept die de kijker helpt kritisch te leren kijken naar zijn dogma’s, gebruiken en overtuigingen, daarmee te groeien in zijn voorstelling van de wereld en zijn vermogen tot tolerantie en ruimdenkendheid. Hiermee is kunst feitelijk een essentieel deel van een gezonde samenleving. Zinvolle kunstbeleving vraagt daarom oprechte interesse, aandacht, intensiteit en studie. Kunst vraagt iets, kunst geeft niet zomaar. Als je ‘het zomaar krijgt’, is het decoratie, illustratie of design. Noem dus voortaan niet meer alles wat vorm en kleur heeft klakkeloos kunst. Vraag je de volgende keer bij een werk af of het die gelaagdheid en uitdaging voor jouw voorstellingsvermogen heeft, of dat het in zijn eenduidige vorm toch voornamelijk decoratief is, makkelijk consumeerbaar. Wellicht is het geen kunst maar een illustratie bij een vooraf bepaald verhaal of is de functionaliteit het belangrijkst. Hiermee ga je beter zicht krijgen op de verschillende soorten van vormgeving en de grijze overgangsgebieden met kunst. Als je weet dat het in een werk niet over ‘mooi’ gaat maar over betekenis ben je bereid deze te zoeken zonder belemmerd te worden door de oppervlakkige benadering van ‘mooi of niet mooi’. Het onderscheid kunnen en willen maken zal leiden tot aandachtiger kijken en daarmee durven verkennen van nieuw land.

Verder lezen

Het wat, hoe en waarom van kunst, deel 5.

Dus? Bij een illustratie is het werk ondergeschikt aan een van tevoren bedacht verhaal, dat eigenlijk belangrijker is. De afbeelding komt na het verhaal. Bij decoratieve en functionele vormgeving is de betekenis gelijk aan wat je ziet. Een paard, een huis, een stoel of een versierende toevoeging aan een omgeving. In kunst gaat het nu juist om wat je niet ziet, maar wat in jouw voorstellingsvermogen ontstaat. Een nieuwe ervaring, een verrassend beeld,  een ongekend gevoel of emotie. Deze betekenis ontstaat op het moment dat je kijkt, niet alleen op het moment dat het werk gemaakt werd. Wat het kunstwerk voorstelt zit eigenlijk vooral in jouw verbeelding, niet alleen in het beeld. In de kunstbeleving wordt de kijker dus ook een toeschouwer van zichzelf. Het kunstwerk confronteert hem met z’n eigen belevingswereld. Hierin ligt de taak van de kunstenaar: het aanreiken van iets dat het voorstellingsvermogen van de kijker spiegelt. Het is aan de kijker of hij de confrontatie met deze spiegel aangaat. Het gaat er in kunst om dit proces van verruimende inzichten opgang te brengen. Niet of je ‘het eens bent met de kunstenaar of niet’, of dat je z’n maatschappijkritische standpunt deelt, maar om de ontwikkeling van inlevingsvermogen, ruimdenkendheid en grensverleggend kijken. Kunst voorkomt zo starheid in ons waarnemen. Starheid leidt tot slechte communicatie met de ander, die van ons verschilt qua opvattingen en overtuigingen. In zekere zin straft kunst daarmee onze vooringenomenheid af. Minder vooringenomenheid in ons gedrag vergroot onze empathie en tolerantie.

Verder lezen

Het wat, hoe en waarom van kunst, deel 4.

Hoe onderscheidt kunst zich nog meer? Waar decoratieve, functionele en illustratieve vormgeving zich conformeren aan de bestaande culturele waarden en opvattingen, werkt kunst vanuit het ‘contra- intuïtieve’. Het gaat tegen het gevoel in en daagt daarmee uit om verder te kijken. Het schuurt, tart ‘ons gezonde verstand’ maar roept daarmee vragen op die ons voorspelbaar gedrag doorbreken. Kunst gaat hiermee over het uitstellen van de behoefte om het werk rationeel te benoemen. Werk dat volledig in woorden te vatten is maakt zichzelf overbodig. Het wordt een illustratie bij het verbale verhaal. Beeldende kunst drukt zich daarentegen uit in de beeldtaal, zonder voorafgaande woorden. Kunst ontsluit betekenis in de vragen die de toeschouwer zich erbij stelt. In kunst leren we daarom het oordelen uit te stellen en eerst goed te kijken: hoe minder ik er meteen van vind, hoe meer ik zal ontdekken. Kunst kijken vraagt bij herhaling langzaam en aandachtig kijken. Kunst remt hiermee het korte termijn denken af. Het vraagt om lange termijn denken als het gaat om betekenis ontdekken in de gelaagdheid van het werk. Kunst voldoet vanuit z’n ‘DNA’ niet aan het verwachtingspatroon van de kijker. De mate van onvoorspelbaarheid bepaalt dus mede de vraag of een werk kunst is. Kunst daagt uit, verontrust, haalt uit de comfortzone, zet op het verkeerde been, vraagt om over onze vertrouwde grenzen heen te stappen. Kunst bevestigt niet het reeds bekende, maar neemt ons aan de hand naar nieuw land, nieuwe perspectieven op de werkelijkheid. Kunst helpt ons onze vertrouwde grenspaaltjes een stukje verder te plaatsen en daarmee onze belevingswereld en denkwijzen te verruimen. We vergroten ons voorstellingsvermogen. Een groot voorstellingsvermogen hebben we nodig om dingen te gaan begrijpen die buiten onze belevingswereld vallen. Zonder voorstellingsvermogen geen creativiteit, vernieuwing en tolerantie. Het voorstellingsvermogen is essentieel voor de creativiteit die nodig is om tot oplossingen te komen voor vraagstukken die op ons pad komen. Kunst is daarmee nooit decoratie, nooit commercieel en nooit ‘een product’. Het wantrouwen jegens kunst is dus eigenlijk vreemd paradoxaal gezien de positieve invloed die kunst heeft bij de ontwikkeling van mensen in hun beleving van de wereld en hun rol in de samenleving.

Verder lezen

Het wat, hoe en waarom van kunst, deel 3.

Hoe doet kunst dat dan? Kunst vergroot ons voorstellingsvermogen middels de evocatieve kracht van een werk. Evocatief wil zeggen dat een kunstwerk het vermogen heeft om nieuwe beelden, gevoelens en ervaringen op te roepen. Belangrijk hierbij is de suggestieve kwaliteit van het werk, een kwaliteit waarmee de zichtbare elementen van het beeld een vermoeden geven van nieuwe inzichten en gedachten. In de suggestie zet je iets sterker aan dan wanneer je het voluit zegt. Esthetische middelen worden hiertoe gebruikt, maar zijn geen doel op zichzelf. We spreken dus over beeldende kunst als de betekenis van een werk zich niet slechts beperkt tot wat we fysiek zien en rationeel kunnen benoemen, maar wat zich in feite buiten het materiële beeld bevindt. De betekenis van een kunstwerk gaat verder dan zijn uiterlijke verschijningsvorm. Eigenlijk zijn we bij kunst meer geïnteresseerd in de vragen die het werk oproept  dan wat we daadwerkelijk fysiek zien. Deze vragen laten ons nieuwe dingen ontdekken. In kunst is de betekenis van een werk altijd veranderlijk, altijd in beweging. Het zichtbare is aanleiding, niet het doel. Het zichtbare fysieke object dient als een brug naar een niet- zichtbare gedachte, emotie of ervaring. Zoveel te meer spanning er in die brug zit, des te meer we spreken over kunst. Bij illustratie, decoratieve en functionele vormgeving daarentegen draait het alleen om het zichtbare. Er is geen ‘brug’. Wat je ziet is wat het is, het gaat alleen om afbeelden, mooier maken of nuttig zijn. Voorwaarde voor kunst is dan ook dat er als het ware een mentale ruimte ontstaat tussen vorm en  betekenis. Een denkbeeldige ruimte tussen wat ik zie en wat ik ervaar. De kunstenaar creëert deze mentale ruimte en vindt hierin zijn primaire uitdaging. Dit komt voort uit zijn fascinatie voor de oneindige mogelijkheden waarin hij materiaal en vorm kan manipuleren tot associatieve composities. Hij creëert een herordening van de realiteit waarin hij zoekt naar beelden die de kwaliteit hebben om meerdere lagen van interpretatie bij de kijker op te roepen. Hiermee beoogt hij de kijker uit zijn dagelijkse routine van oordelen te halen en aan te zetten tot het loslaten van ingesleten denk- en kijkpatronen. Hij wil het beperkende van onze functionele en schematische manier van waarnemen voelbaar maken. (Als we enkel functioneel en schematisch kijken, leven we ook enkel functioneel en schematisch. We volgen de gedragslijnen zoals de traditionele omgeving ons voordoet en wat van ons verwacht wordt.) In deze mentale ruimte ontstaat de evocatieve kracht van het werk. Hierbij gaat het om het vermogen inzichten en associaties op te roepen die de kijker zinvolle vragen laat stellen aan zichzelf over zijn eigen waarneming en overtuigingen. Kunst leert ons kijken naar onszelf en onze positie in de wereld. Wat wij als werkelijkheid zien, is slechts het resultaat van hoe wij kijken. Iets is niet wat het is, maar wat wij  denken dat het is. Er is geen absolute werkelijkheid. Ons wereldbeeld is daarom een relatieve visie, bepaald door het toeval van culturele afkomst en ervaringen. ‘De waarheid’ slechts een opvatting van subjectieve aard.

Verder lezen

Het wat, hoe en waarom van kunst, deel 2.

Ons voorstellingsvermogen. Wat is dan dat ‘eigenlijke belang’ van beeldende kunst? Kunst is er niet op de eerste plaats om ons te vermaken, te troosten of om ‘mooi’ te zijn. Zo oppervlakkig is kunst niet. Het kán vermaken, troosten of mooi zijn, maar dat is slechts bijvangst. Het primaire doel van kunst is het verruimen van ons beeld van de werkelijkheid. Kunst ontwikkelt ons vermogen oog te hebben voor andere perspectieven en leert ons deze te respecteren. Het middel dat kunst hiertoe hanteert is de esthetische beleving. Met kunst ervaren we dat de mens meer is dan een zich voortplantend, voedsel zoekend en consumerend wezen. Kunst toont dat de menselijke perceptie verder gaat dan de functionele waarneming. Op het individuele vlak leidt dat tot verdieping van het leven, als samenleving leidt het tot een grotere tolerantie en ruimdenkendheid. Kunst bereikt dit door het prikkelen van ons voorstellingsvermogen. Het daagt ons uit om ons in te leven in iets wat we nog niet kennen. We leren ons iets voor te stellen bij iets waar we ons nog niet eerder een voorstelling bij hadden gemaakt. We vergroten ons voorstellingsvermogen door het trainen van onze verbeeldingskracht. We trainen deze alleen als we er in worden uitgedaagd. We trainen het niet als we stil blijven staan bij wat we al weten en al een voorstelling bij hebben. Wat bekend en vertrouwd is, is decoratie en brengt ons niet verder. Het bevredigt slechts ons nostalgisch gevoel en belemmert het ontdekken van nieuwe inzichten. Het bestendigt vaststaande dogma’s. Alleen als we grenzen overgaan, verkennen we nieuw land. Om ons voorstellingsvermogen te vergroten zoekt de kunstenaar naar beeldmiddelen die de esthetische beleving uitdagen en vernieuwen. Als kijker oefenen we hiermee ons inlevingsvermogen, dat hard nodig is in situaties die nieuw voor ons zijn en we nog geen oplossing voor hebben. Zonder dit inlevingsvermogen geen groei in onze sociaal- emotionele  ontwikkeling: begrip krijgen voor andere mensen kan alleen als we ons in het standpunt van anderen kunnen inleven. Het is essentieel bij het gaan begrijpen van hen die van ons verschillen qua cultuur, ras of overtuiging. Kunst zet aan tot het ontdekken van een breder perspectief en daarmee tot het leren respecteren van andersdenkenden. In kunst leren we het goede te zien in de ideeën van de ander. Het maakt nieuwsgierig naar nieuwe gezichtspunten. Kunst leidt bij de toeschouwer tot een dieper bewustzijn van zichzelf en een grotere tolerantie ten aanzien van anderen.

Verder lezen

Het wat, hoe en waarom van beeldende kunst, deel 1.

Wanneer is iets nu beeldende kunst en wat hebben we eraan? En wanneer is het eigenlijk decoratie, illustratie of design? Zonder de toevoeging ‘kunst’?  Hoe herkennen we de grijze overgangsgebieden tussen deze aanduidingen? Omdat tegenwoordig zo’n beetje alles wat vorm en kleur heeft kunst genoemd wordt, lijkt het mij zinvol hier enig onderscheid in aan te geven en te komen tot een zorgvuldiger beeld van het begrip kunst. De willekeur waarmee het woord gebruikt wordt lijkt onschuldig en onbelangrijk. ‘So what’? Onbewust verliest men echter uit het oog dat willekeur leidt tot onverschilligheid en gebrek aan betrokkenheid. Het werkt onwetendheid en onbegrip in de hand, wat vervolgens het ontdekken van nieuwe inzichten belemmert. Men wordt zelfs wantrouwend tegenover kunst. En dat terwijl kunst juist in positieve zin integraal onderdeel zou kunnen en moeten zijn van een evenwichtige samenleving. Incompetente politici noemen het in hun kortzichtigheid een linkse hobby. Gemeentebesturen doen het onbenullig af als stadsversiering en laten het over aan de betalende directeur van een plaatselijke onderneming. Ook hier onwetendheid en misplaatste bezuiniging. De veelvuldig te horen verontwaardigde uitroep ‘is dit nu kunst’, of ‘dit kan mijn kleine zusje ook’ ontstaat mede door deze willekeur in de omgang met het begrip. Als je een kunstwerk alleen maar ziet als decoratie mis je de werkelijke waarde van het werk en kom je misschien niet verder dan de povere constatering ‘dat je het niet zo mooi vindt’. De vraag is dan ook wat erger is, een kunstwerk vanuit onwetendheid slechts zien als decoratieve vorm of een decoratief werk vanuit snobisme kunst noemen? Als we alles kunst noemen, is het allemaal wel goed of allemaal fout, wie zal het zeggen? We weten geen criteria meer te benoemen waarmee we een kunstwerk kunnen onderscheiden van de overige soorten van vormgeving. Eigenlijk hebben we geen idee waar we het over hebben en noemen zo ‘voor het gemak’ maar alles kunst… Een inhoudsloos en triviaal ‘ik vind het mooi of niet mooi’ blijft over. We gaan hiermee volledig voorbij aan het eigenlijke belang van kunst in de samenleving. Dat dit niet wenselijk is en we met deze onverschilligheid de gehele kunsthistorie in het algemeen en de kunst als wezenlijk kenmerk van de mens in het bijzonder pijnlijk tekort doen moge duidelijk zijn. We noemen toch ook niet iedereen met een witte jas aan slager, iedereen met een ketting om burgemeester of iedereen met een uniform generaal….

Verder lezen
Dit is een website van